Visprofiel: Sluierstaart goudvis | carassius aurato

¡Compartir es demostrar interés!

Sluierstaarten zijn het slachtoffer van eindeloze ‘mythes’: dierenwinkels raden nog steeds aan om ze in kommetjes te houden terwijl ze hier totaal niet geschikt voor zijn, ze worden veel ouder dan de gemiddelde 3 maanden en vlokvoer is ook niet echt het beste dieet. Lees verder om er achter te komen hoe je dan wèl voor sluierstaarten moet zorgen!

Bakgrootte 70-80 litros por vis
Temperamento Vreedzaam
Dieta omnívoro
Temperatura 19-22 ° centígrados
pH 7.2-8
Longitud 25 cm (verchilt)

Carassius auratus, sluier, sluierstaart

Geen, sluierstaarten komen niet voor in het wild. De giebel, de voorvader van onze goudvis, komt vooral voor in Azië.

Sluiers zijn verkrijgbaar in eindeloze kleuren en vormen, maar alle ondersoorten hebben een paar kenmerken gemeen. Ze zijn ronder dan normale goudvissen en hebben een dubbele staart, die meestal lang en sierlijk is. Sluierstaarten komen voor in alle kleuren en patronen – normaal oranje is het meest populair, maar meer exotische kleurslagen als panda, chocolate en lavendel zijn met een beetje speurwerk ook te vinden.

Waar sluierstaarten het meest geliefd voor zijn, zijn de interessante kenmerken die het resultaat zijn van selectieve kweek. Grote, uitpuilende ogen, breinachtig weefsel op de kop, rugvinloze vissen, vissen met een sterk verhoogde rug, niets is te gek. Ondersoorten variëren van lijkend op normale vissen tot extremo gemodificeerd. Dit heeft geleid tot behoorlijke controverse, maar hun populariteit lijkt er niet onder te lijden. Zie dit artikel voor meer informatie over de verschillende soorten sluierstaarten die tegenwoordig in de aquariumwinkel verkrijgbaar zijn.

Uitvogelen de je sluier een mannetje de een vrouwtje es kan nog een behoorlijke uitdaging vormen. Het es echter niet onmogelijk; mannetjes krijgen als ze geslachtsrijp zijn kleine pukkeltjes op hun kieuwdeksels en borstvinnen. Deze bultjes worden paaipukkels genoemd.

De eisen die sluierstaarten stellen aan hun leefomgeving zullen menig aquariaan nog verrassen: ze hebben de reputatie ‘beginnersvissen’ voor kommetjes en kleine bakjes te zijn, what helaas niet waar is! Zoals ook verteld wordt in De waarheid over goudvissen, date een uitgebreidere uitleg hierover bevat, hebben sluiers ongeveer 70-80 liter per vis nodig om mooi uit te groeien, liefst in een aquarium van minstens 1 metro de raza. Daarnaast zijn veel waterwissels y zware filtratie nodig omdat ze erg groot worden y enorm veel afvalstoffen productionen. En acuarios kleinere zal de hoeveelheid ammoniak snel uit de hand lopen, waardoor de vissen gezondheidsproblemen krijgen en vergroeid raken.

Een rechthoekig acuario es het beste omdat er hierbij makkelijker zuurstof in het water komt. Qua filtratie is a extern filter met biologisch èn mechanisch filtermateriaal het beste idee – probeer voor twee filter te gaan die allebei geschikt zijn voor het volume van je aquarium, waardoor je dubbele filtratie hebt. Filtros externos zoals deze zijn hierbij aan te raden. Goede filtratie helpt de waterwaarden onder controle te houden, maar maakt waterwissels helaas niet overbodig. Als je je aan de richtlijn van 70-80 litros por sluierstaart houdt is een waterwissel van 50-60% por semana geen overbodige luxe.

Sluierstaarten zijn erg onhandige vissen, dus het is een goed idee om scherpe stenen en decoraties te vermijden. Planten als Javavaren en Anubias zijn een beter idee – goudvissen zullen de meeste plantensoorten zonder pardon opeten, maar deze twee zullen bijna altijd met rust gelaten worden omdat de smaak ze niet aanstaat.

Als er substraat wordt gebruikt in de bak (zelf heb ik voor goudvissen liever een trasero desnudo acuario zonder substraat), es het belangrijk om voor zand te gaan in plaats van grind. Goudvissen grondelen graag in het substraat en grind kan vast komen te zitten in de bek/keel, wat verstikking kan veroorzaken! Daarnaast es zand ook makkelijker schoon te houden, vooral als je een dun laagje filterzand gebruikt.

Sluierstaarten zijn sociale dieren die nooit te lang alleen gehouden moeten worden. Alleen zijn zorgt ervoor dat ze zich kwetsbaar en onveilig voelen, wat onnodige stress veroorzaakt. Hou ze dus altijd met 2 of meer!

Wat betreft andere bakgenootjes zijn er helaas niet al te veel opties. Veel mensen houden hun sluierstaarten met tropische vissen als guppies en mollies of subtropische vissen zoals danio’s, maar ik zou dit niet aanraden omdat de kans groot is dat de bakgenootjes opgegeten worden of één van de twee soorten lijdt onder het verschil in temperatuur dat (aromvissen mogen absoluut niet in tropische bakken gehouden worden). Sluierstaarten en hun enkelstaartige neven zijn ook geen al te goede combinatie, omdat enkelstaartige goudvissen meestal een stuk sneller zijn, waardoor de sluiers niet altijd genoeg eten weten te bemachtigen.

De enige bakgenootjes die ik zou aanraden voor sluierstaarten zijn slakken: appelslakken of gewone vijverslakjes worden meestal niet lastig gevallen en helpen vaak ook nog een handje met het weghalen van algen.

3435071053 1f5022d444
Slakken kunnen meestal prima met sluiers gehouden worden. OM NOM NOM puerta señor de tres dedos

Er zijn talloze soorten ‘goudvisvlokken’ te koop, die helaas allemaal ongeschikt zijn om je goudvis langdurig gezond mee te houden – ze bevatten niet de goede voedingsstoffen en zijn vaak van slechte kwaliteit.

Voor een gezonde goudvis is een dieet van een hoog kwaliteit korrelvoer (zoals Hikari), geblancheerde groenten als courgette, erwtjes en boerenkool, en diepvriesvoer als bloedwormen, artemia en muggenlarven een beter idee. Je kunt daarnaast ook zelf goudvisvoer maken. Verdeel het voer in kleine porties gedurende de dag. Ik probeer mijn eigen sluiers 3 tot 4 keer per dag te voeren – 1 of 2 keer per dag korrels en de andere keren groente of diepvriesvoer.

Als één van je sluierstaarten de anderen te snel af is en al het voer wegkaapt, kun je proberen om op verschillende plaatsen tegelijk te voeren of drijvend en zinkend voer tegelijk te geven. Hierdoor hebben de tragere sluiers vaak een betere kans.

Sluierstaarten zijn vissen waar je uren naar kunt kijken – ze hebben enorm leuk gedrag en allemaal een eigen persoonlijkheid. Ze zijn nieuwsgierig, entusiasta, onhandig en een beetje dom, en zodra ze gewend zijn aan een regelmatig voerpatroon zullen ze bedelen om eten elke keer als er iemand de kamer binnenloopt. Veel aquarianen voelen een ‘band’ met hun sluiers die niet bereikt kan worden met vissen in een gezelschapsbak – doordat ze allemaal een eigen persoonlijkheid hebben ze perfect voor iemand die de doorsnee aquariums een beetje moe is.

Tegenover elkaar zijn goudvissen meestal erg vreedzaam; de meeste exemplaren houden van elkaars gezelschap en volgen elkaar het grootste deel van de tijd door het aquarium. Tijdens het paaien kan iets ruwer gedrag voorkomen. De mannetjes achtervolgen het vrouwtje door de bak y duwen haar tegen het glas in een poging de eitjes eruit te krijgen. Dit kan fout gaan als je veel meer mannetjes dan vrouwtjes hebt, dus het is iets om goed in de gaten te houden! Als het vrouwtje echt te gestrest lijkt of gescheurde vinnen oploopt is het een goed idee om haar eventjes apart te zetten.

Sluierstaarten kweken is een behoorlijke uitdaging, en hoewel het erg interessant kan zijn om ze te zien opgroeien is het niet iets om zomaar aan te beginnen. Als je met je sluiers wilt kweken, bereid je dan voor op eindeloze waterwissels en het mogelijk moeten afmaken van misvormde visjes.

Zodra de vissen eitjes leggen, meestal op de planten, moeten deze eitjes apart gezet worden om te voorkomen dat ze meteen weer opgegeten worden. Een klein, substraatloos aquariumpje se reunió con un vertiginoso calentamiento entre 24-25 °C y se ve bien plek om ze te houden tot de jongen groot genoeg zijn om verplaatst te worden naar een grotere bak. Hou de eitjes goed in de gaten en verwijder de exemplaren met schimmel zo snel mogelijk om te voorkomen dat het zich verspreidt.

Net uitgekomen jongen hebben een dooierzak waar ze de eerste 1-2 dagen van leven; val ze tijdens deze periode niet lastig en begin nog niet met voeren. Dit vervuilt het agua alleen maar. Begin met voeren als de dooierzakken op zijn – een special voer voor babyvissen, zoals Liquifry, is in deze phase het handigst. De jongen zijn namelijk simpelweg te klein om andere voedselsoorten te kunnen eten. Hou het waterniveau in de bak laag (10-15 cm) tot de jongen niet meer constant tegen de bodem/zijkant aan hangen. In deze periode ontwikkelen ze hun zwemblaas, wat makkelijker gaat met een lager waterniveau.


[youtube url=https://www.youtube.com/watch?v=-ZplV4lPJ2w&rel=none&w=350&h=200]


Na de eerste week kun je beginnen met waterwissels (100% per dag) en de hoeveelheid voer opschroeven. 5-6 keer per dag voeren is nodig om te zorgen dat de jongen goed groeien! Net uitgekomen artemia werkt in deze fase vaak het beste. Je kunt nu ook beginnen met het uitvangen van de jongen die duidelijk misvormd zijn. Het is lastig om deze visjes af te maken, maar het bespaart ze een lange lijdensweg.

Na een paar weken kunnen de visjes overgezet worden naar een groter aquarium of curverbak met een filtertje. Het nog steeds erg belangrijk om alles goed schoon te houden, ook het filter, om te voorkomen dat vuil zich opbouwt. Jongen die ongewoon gedrag vertonen, vergroeid zijn of achterblijven in de groei moeten afgemaakt worden om problemen later te voorkomen.

Het kweken van sluierstaarten is iets dat erg makkelijk fout gaat en dus serieus genoman moet worden. Dit is een goede, uitgebreidere gids die je het beste kunt lezen voor je eraan begint.


Als je nog meer vragen hebt over goudvissen of je ervaringen wilt delen, laat dan hieronder een comment achter!

Otros artículos sobre goudvissen op Aquariadise:


[yikes-mailchimp form=”2″]

¡Compartir es demostrar interés!

Últimos posts