¡Compartir es demostrar interés!
Zelfs de meest voorzichtige aquariaan kan vroeg of laat geconfronteerd worden met een slakkenplaag, wat behoorlijk frustrerend kan zijn. Bij de zoektocht naar een oplossing worden vaak vissen zoals dwergkogelvissen en clownbotia’s aangeschaft, maar deze zijn helaas totaal ongeschikt als slaketers. Gelukkig es er een betere optie: Clea helena, ook wel de slaketende slak genoemd.
Lees verder voor alles dat je moet weten over het houden van slaketende slakken in het aquarium.
Acuario | Mínimo 40cm |
Temperamento | Normaal |
Dieta | Carnívoro |
Temperatura | 24-26,5°C |
pH | 7.5-8.0 |
Slaketende slak, clea helena (soms Anentome helena de Anatome helena)
Slaketende slakken zijn afkomstig uit Zuid-Oost Azië, waar ze voorkomen in stroompjes en meertjes met een zanderig substraat.
Het gedraaide, geel met bruin gestreepte huisje maakt slaketende slakken een decoratieve toevoeging die ook in acuarios zonder slakkenprobleem niet misstaat. De slaketende slakken blijven relatief klein en bereiken een maximale grootte van ongeveer 1,3 centímetros. Net als andere slakken en weekdieren gebruiken ze een sifon, een soort slurfje dat buiten het huisje uitsteekt, om te ademen.
Mannetjes en vrouwtjes zijn niet van elkaar te onderscheiden.
Hoewel het niet per se groepsdieren zijn wordt het houden van minstens 3-4 slaketende slakken meestal aangeraden. Voor een groep van die grootte zou een aquarium van minstens 40cm ruim voldoende moeten zijn. Omdat deze slakken zich voor de jacht meestal ingraven om vervolgens te wachten tot er een prooi langskomt is het aan te raden om een sustrato zanderig te gebruiken als je hun natuurlijke gedrag wilt zien, hoewel het geen deber es.
Het water mag niet te zacht zijn, aangezien dit kan leiden tot een zwak huisje. Net als bij alle andere tropische vissen en ongewervelden hoort het aquarium gefilterd, ingedraaid en verwarmd te worden; ammoniak- en nitrietwaarden moeten altijd nul bedragen.
Als je slaketende slakken wilt houden is het belangrijk om in gedachten te houden dat ze niet alleen jagen op ‘probleemslakken’ zoals posthoornslakjes, maar alles open dat ze kunnen vinden. Hoewel niet alle bronnen het erover eens zijn of ze ook decoratieve soortgenoten zoals zebraslakken of zelfs grote appelslakken aanvallen neem je altijd een risico door ze samen te houden. Ook kleine garnalen, planaria en visseneitjes kunnen ten prooi vallen aan de slaketende slak.
Alle andere vis- en ongewerveldensoorten die dezelfde eisen stellen aan de waterwaarden kunnen prima met de slaketende slak geocombineerd worden – zolang het geen slaketers zijn, natuurlijk.
Zoals vermeld zijn slaketende slakken opportunistische carnivoren die alles dat ze kunnen vangen met plezier verorberen. Ze kunnen extreem snel korte metten maken met een uitbraak van probleemslakken zoals posthoorn-, blaashoorn- en puntslakjes maar eten ook andere levende prooien, overleden medebewoners, normaal visvoer, diepvriesvoer en algen.
Als er geen slakken meer aanwezig zijn in het aquarium voor de slaketende slak om van te eten kun je zelf een slakkenkweekje opzetten om te zorgen dat er altijd voedsel voorradig is. Echter is het ook mogelijk om gewoon over te stappen op ander eiwitrijk voedsel zoals diepvriesvoer of tabletas de zinc.
Het gedrag van slaketende slakken verschilt nogal van dat van herbívore soorten die het grootste deel van de dag actief foerageren. Wanneer de slaketende slak op jacht is graaft hij zichzelf namelijk in het substraat in en steekt zijn proboscis, een soort slurf die hij gebruikt om te eten, naar buiten. Als een nietsvermoedende prooi te dichtbij komt wordt deze gevangen en opgegeten.
Als er geen zanderig substraat aanwezig is zal de slaketende slak wel veel tijd doorbrengen met actief zoeken naar prooien.
[youtube url=https://www.youtube.com/watch?v=bmhneZL9IKM&rel=none]
Hoewel het kweken van slaketende slakken niet al te lastig is plant deze soort zich niet zo snel voort als plaagslakken, dus je hoeft je geen zorgen te maken over het ontstaan van een slaketende slak-plaag. Het zijn namelijk geen hermafrodieten waarbij beide geslachten zich kunnen voortplanten; alleen de vrouwelijke slaketende slak kan nageslacht productionen, wat een stuk minder babyslakjes betekent.
Als je slaketende slakken wilt kweken zorg dan dat je een groep aanschaft die groot genoeg is om het aannemelijk te maken dat er mannetjes en vrouwtjes aanwezig zijn. Zolang de waterwaarden in orde zijn en er genoeg voedsel voorhanden is zullen de slakken het verder zelf afhandelen. Lichtgekleurde vierkante eierzakjes zullen vanzelf verschijnen y babyslakjes zullen na een kwetsbare periode waarin ze zich vooral verstoppen verschijnen.
Als je nog meer vragen hebt over slaketende slakken of als je je eigen ervaringen met deze interessante slakkensoort wilt delen, laat dan hieronder een comment achter! Mocht je op zoek zijn naar een manier om van een slakkenplaag af te komen zonder slaketende slakken aan te hoeven schaffen, kan dit artículo misschien helpen.
Foto de portada: Om nom nom puerta f_jean
[yikes-mailchimp form=”2″]
¡Compartir es demostrar interés!